- Die berekening van het aantal planeten met mensen in het heelal, hoe komt die
Van Vlissingen daaraan?
- Ik denk meteen aan Carl Sagan.
Cosmos, weet je nog!
- O ja! Kunnen we die berekening terugvinden?
- Google, google... Gevonden! Wat een geweldige mogelijkheden biedt dat Internet.
- Lay it on us.
- Hij is niet van Sagan zelf. Het heet de
Drake Equation.
- Zo'n reeks breuken achter elkaar, herinner ik me.
- Ja, zo ziet-ie er uit:
N = R* x fp x ne x fl x fi x fc x L
- Dat mag je even toelichten.
-
N is het aantal beschavingen in onze eigen
Melkweg waarmee we zouden kunnen communiceren.
- Dat is dus 3 à 150, volgens Van Vlissingen
- Ja, nee, hij heeft het over het heelal, maar daar gaat het nu niet om, het gaat er juist om hoe hij eraan komt, dat gaan we nu narekenen. Dan
R*. Dat is hoeveel sterren er per jaar bij komen.
- Dat schiet niet op. Waarom nemen we niet gewoon alle sterren die er zijn?
- Dat zou je kunnen doen, maar ze verdwijnen ook weer. Als je met die
R* werkt, kom je uit op het aantal beschavingen dat je op een
willekeurig moment aan zou kunnen treffen. Straks gaan we dat
per jaar nog vermenigvuldigen met een aantal jaren, dat streept het weer mooi weg.
R* is volgens Drake trouwens 10 per jaar. Latere onderzoekers hebben dit tot 7 bijgesteld.
- 7. Goed.
fp dan maar.
- Het deel van de sterren dat planeten heeft.
- Mmmm. De helft?
- Dat is allerminst zeker, maar Drake is het met je eens. Noteer maar: 0,5. Dan
ne: het aantal planeten per ster-met-planeten waarop leven mogelijk is.
- Eén lijkt me. We weten van ons eigen zonnestelsel toch wel dat wij de enige zijn, of heb ik iets gemist?
- Je hebt iets gemist blijkbaar. Drake houdt het op twee.
- Mooi. Dus we zitten nu op 7 x 0,5 x 2 = 7. Dat gaat lekker!
- Maar nu krijgen we een rij breuken. Hou je vast.
fl is het deel van het tot nu toe berekende aantal planeten waarop zich dan ook daadwerkelijk leven
ontwikkelt.
- Ah. Ik nu snap ik dat getal
ne ook wat beter. Op Mars
zou leven
mogelijk zijn, maar het is er niet van gekomen.
- Drake houdt dit op 1. 100% dus.
- Ienie mienie is Tommie thuis. Drake ging er dus maar meteen van uit dat er wél leven op Mars is, of anders wel op Venus, want als die 100% van 2 in ons eigen zonnestelsel al niet klopt, waar dan wel? In zijn tijd waren er nog niet eens planeten van andere sterren
waargenomen. Mogen we dat percentage wat lager maken? Of liever: een stuk lager?
- Dat lijkt me een uitstekend idee. Is 1%, oftewel 0,01 redelijker?
- Veel redelijker.
- Noteer:
N = 7 x 0,5 x 2 x 0,01 x
fi x
fc x
L.
- Ik begin de smaak te pakken te krijgen!
fi!
- Die subscript
i staat voor
intelligentie.
fi is het deel van het ontwikkelde leven dat ook intelligent wordt.
- Fair enough, dat voorbehoud moet je maken. Als zich ergens in de Melkweg wormen ontwikkelen, kunnen we daar nog weinig mee. Iets aapachtigs zoeken we. Of dolfijnen of zo. Varkens, desnoods. Nog eens 0,01?
- Dat denkt Drake ook. Ik vind dat veel te hoog. De natuur kan heel goed zonder intelligentie, wat dat ook zijn moge. Maar ik kom je graag tegemoet. 0,001?
- 0,001, akkoord.
- Dan
fc: het deel van de planeten met intelligente wezens die beschavingen ontwikkelen die technologisch ver genoeg komen om hun bestaan kenbaar te maken aan collega-beschavingen elders in de Melkweg.
- Daar is niet meer voor nodig dan de radio uitvinden, die golven vinden hun weg vanzelf wel. Toch, hoeveel intelligente wezens doen dat uiteindelijk? Zetten we die weer op 0,001?
- Doe maar op 0,01, die geef ik jou weer cadeau.
-
L dan, tenslotte... Dat zijn die jaren die je aankondigde?
- Ja, toch wel slim hè, die formule? Door te beginnen met het aantal per jaar gevormde sterren hebben ze alles op een menselijke tijdschaal teruggebracht, heel belangrijk als je bedenkt dat het heelal miljarden jaren bestaat en dat er in die tijd sterrenstelsels ontstaan en verdwenen zijn of het niets is. Nu gaan we de cirkel rond maken door het tot nu toe berekende deel te vermenigvuldigen met het gemiddelde aantal jaren dat zo'n technologische beschaving standhoudt.
- Verdomd, dat weten we óók al niet, net als ongeveer al die andere getallen... 100 jaar? Nee, dan zouden we elk moment kunnen verdwijnen, en zo erg is het ook weer niet. Of beginnen we met de Soemeriërs, al hadden die nog geen radio, en tellen we er nog ongeveer net zoveel bij, beetje op macht van tien afronden? 10.000 jaar?
- Ik zie ons het eerlijk gezegd niet zo lang volhouden, en het begin mag je ook niet zo vroeg stellen. 1000 jaar.
- Rompompom: 7 x 0,5 x 2 x 0,01 x 0,001 x 1000 = 0,07 beschavingen met moderne communicatiemiddelen in de Melkweg. Goed, niets in de buurt waarschijnlijk. Maar... De Melkweg is niet het enige sterrenstelsel! Er zijn er
miljarden. Dan is Van Vlissingen nog voorzichtig.
- Wat je maar voorzichtig noemt. Ten eerste is alleen die
R* wel zo ongeveer gemeten. De rest is pure hypothese. We hebben ons nattevingerwerk misschien samen gedaan en een beetje met elkaars bezwaren rekening gehouden, maar het blijft nattevingerwerk. Zo'n factortje tien dat we elkaar nu vrolijk toegeven, dat heeft meteen grote gevolgen.
- Al maak je alle getallen een factor honderd kleiner, dan nog!
- Dan nog, dan nog. Dan zit ik er nog mee dat we toch met een kansrekeningsoefening bezig zijn. En ik heb altijd gedacht dat je niet een berekende kans met het aantal keren proberen mag vermenigvuldigen. Die getallen boven de 1 in deze formule bevallen me niet. Als je twee keer kop of munt gooit, wordt de kans op kop ook niet 1.
- Ja hoor, alsof die astronomen niet weten wat ze doen. Ik ga met je mee als je zegt dat we onze kansen te hoog inschatten, maar dat die hele formule niet deugt... Verder nog iets?
- Nou, ja, eigenlijk wel... Dat ik dit allemaal raar vind. Wat gaan we zitten rekenen of we ooit signalen zouden kunnen opvangen van een beschaving van andere aapachtigen die dolgraag contact met ons zouden willen maken, als we allang weten dat we absoluut nooit met ze zouden kunnen communiceren? De dichtstbijzijnde zou in het allerbeste (en
uiterst onwaarschijnlijke) geval nog altijd 4,5 lichtjaar van ons vandaan zitten. 4,5 jaar - zo lang doet elk bericht er over - 1 kant op. Dat werkt niet. Ik leg de hoorn al neer als er niet na 6, 7 keer bellen wordt opgenomen. En ik ben geduldig.
- Het idee dat we misschien niet alleen zijn is toch fascinerend?
- Het doet me weinig, op deze manier. Het zal wel aan mij liggen. Ik lijk op de vader van Mickey in
Hannah and her sisters.
- Misschien wel de allerbeste Woody Allen-film, en dat zegt wat! Zie je dat we het best eens kunnen zijn.
- Op de vraag of God bestaat, antwoordt hij "I don't know how the can opener works."
- Aha. Dus?
- Het geeft niet als je een beetje op je eigen niveau blijft.