maandag 29 september 2008

Verschillende kamertjes

- Soms moet je even je mond houden.
- Wanneer?
- Wanneer ik me concentreren moet.
- Dan moet je dus geen Tallis, Boyce, Dowland of Gibson horen.
- Nee. Dat is trouwens gek. Die vier zijn mijn favoriete componisten, ik hoor ze nog liever dan Bach.
- Je hebt ze recentelijk pas ontdekt.
- Het zou kunnen. Een jaar geleden kende ik ze nog nauwelijks. Maar als ik een boek lees van laat ons zeggen Nabokov, dan moet ik geen muziek horen.
- En als je een boek leest van Truman Capote?
- Daar kan wel wat muziek bij, natuurlijk. Maar bij schrijvers die je leest omdat ze zo mooi schrijven kan geen muziek.
- Daar kan ik me iets bij voorstellen. En als je je Google Reader leegleest bijvoorbeeld?
- Dan kan ik wel een deuntje horen. Barok of die oude Engelse muziek. Toen ik nog werkte (als ik zeg werken, dan bedoelde ik vroeger zetten. Nu bedoel ik met werken schrijven) kon ik ook geen muziek verdragen. Je kent het wel: radio 3 keihard aan. Het eerste wat ik deed was de muziek uitzetten en ervoor zorgen dat die muziek ook uitbleef. ‘Muziek weg of ik weg,’ zei ik gewoon, en ik won dan.
- Dus bij het schrijven moet je ook geen Tallis of Bach horen?
- Nee. Bij het schrijven moet het stil zijn.
- Ga jij ooit zitten voor een mooi stukje Boyce of Gibbons?
- Zelden. Ik doe altijd wat, en daarbij hoort vaak muziek. Ik ga ook nooit naar concerten. Maar nu is dit stukje af, de stilte mag weer doorbroken worden.

Geen opmerkingen: