zaterdag 16 augustus 2008

Een ongekend genot

Mijn naam is Kees van Vlissingen, 58 jaren oud en eenzaam, te Warloo. Ik wil wel spreken over Een ongekend genot, maar eerst wil ik het graag hebben over de verschillende verschrikkelijke omstandigheden die mijn leven hebben bepaald.
Ik ben geboren in het nabijgelegen Karingen, en ik wilde wel naar Amsterdam, Brussel, de Schotse Hooglanden, Rio de Janeiro, Sumatra, de Canadese goudmijnen - maar daar ben ik nooit geweest. Ik heb mezelf wel gefotografeerd, trots staande voor wandplaten van die streken, maar, zoals u aan deze foto ziet van een veel te grote Kees van Vlissingen voor een veel te kleine Eiffeltoren - het was een mislukking, zoals mijn hele leven een mislukking is geweest.
Ik durfde er gewoon niet heen te gaan. Heimwee heeft mijn leven verpest. Wat had ik niet kunnen doen? Ik had een studie antropologie kunnen volgen, ik had een goedbetaalde baan in de reclame kunnen bemachtigen, ik had een goed gesitueerde bioloog kunnen zijn, die over zeldzame kevertjes in Zuid-Amerika schreef!
Niets van dat al. Ik bleef in Karingen, waar men ook genoeg van mij kreeg. Ik herinner mij een avond in oktober 1984, toen een groepje jongeren mijn huis ‘versierde’ met graffiti. Hun tekst luidde: ‘Kees weet niks!’ Ik heb er de volgende ochtend onder geschreven: ‘Niet waar. Kees weet wél iets.’ Het gevolg daarvan was dat mijn buren mij vroegen: ‘Zo, Kees! Dus je weet wél iets. Bijvoorbeeld over het bijhouden van je tuin? Of het schoonhouden van je huis?’
Ik wist dat ik daar weg moest. Weg uit mijn geboortedorp Karingen, het speet me erg.
Ik pakte mijn spulletjes en deed ze op een handkar. Ik ging zwerven door de landerijen in de buurt, totdat ik deze plek vond in Warloo. Het is misschien een eenvoudige plek, hier aan de Holleweg, maar het is mijn plek.
Op deze plek heb ik uitgerekend hoe lichtjaren werken, bijvoorbeeld. Hoeveel sterren er kunnen bestaan in het heelal. Ik kom op 70.000 triljoen sterren, ik kan er 4 of 5 naast zitten. Hoeveel aardes zijn er dan in het heelal? Ik kom op minstens anderhalf miljoen. Op hoeveel van die aardes wonen ménsen? Dat is een groot probleem, maar de statistische kans is: 3 tot 150.
Toen ik dat besefte, brak er iets door. Een besef. Ik moest mijn kennis delen met de mensen om mij heen. Dat begon natuurlijk heel voorzichtig, door uit mijn, nou ja, noem het woning te kruipen en 300 meter verderop mensen aan te spreken. De mensen waren natuurlijk zeer verwonderd. Nietwaar, hoe zou zo’n arme sloeber ons iets te vertellen kunnen hebben. Maar héél langzamerhand begonnen ze te twijfelen.
Toen vond ik een oude Adler, in de vuilnis van een dokter te Warloo, en dat is mijn ongekende genot geweest, want die Adler werkte nog prima! Dus ik ging schrijven aan mijn hoofdwerk: ‘Sterren te Warloo. Een eerste beschrijving’, waarin ik al mijn ideeën heb neergelegd. En zo komt het.

6 opmerkingen:

Hadriana zei

Ik heb je vanochtend al gemaild dat ik dit een heel mooi stukje vind.
Ik heb het net nog een keer gelezen, je wordt steeds beter. Jij en Wouter halen echt het beste in elkaar naar boven.

Ben Hoogeboom zei

Dank je, lieverd.
Ik profiteer van onze samenwerking ook nog op mijn eigen blog, omdat ik het mechanisme waardoor dit blog draait, gejat heb voor mijn eigen blog.

Masjenka zei

Een ongekend genot deze frutsel.
En dan de Adler in de vuilnis die nog prima werkte.Even hilarisch als de googlebar in de opera.

Ben Hoogeboom zei

Dag Masjenka,
Je werkt toch niet in Opera, hoop ik? Je moet gewoon in Firefox werken, joh! Daar werkt je Googlebar ook het beste in.

Masjenka zei

Was hier maar een lieve Hadriana die mij de Firefox kan leren.

Ben Hoogeboom zei
Deze reactie is verwijderd door de auteur.